Doelstellingen en denkbeelden

Doelstellingen
  1. Het verwezenlijken en verspreiden van de kennis van eenheid, de godsdienst van Liefde en Wijsheid, zodat de vooroordelen van geloofsrichtingen en overtuigingen vanzelf kunnen wegvallen, het menselijk hart moge overvloeien van liefde en alle haat veroorzaakt door onderscheid en verschillen moge worden uitgeroeid.
  1. Het ontdekken van het licht en de kracht die verborgen zijn in ieder mens, het ontdekken van het geheim van iedere godsdienst, van de kracht van de mystiek en de kern van de wijsbegeerte, zonder in te grijpen in gewoonten of overtuigingen.
  1. Mee te helpen om de twee tegengestelde polen van de wereld, het Oosten en het Westen, dichter bij elkaar te brengen door uitwisseling van gedachten en idealen, opdat de universele broederschap vanzelf moge ontstaan en de mens zijn medemens moge ontmoeten voorbij de enge grenzen van natie en ras.
Denkbeelden
  1. Er is één God, de Eeuwige, het Enige Wezen, niets bestaat dan Hij.
  2. Er is één Meester, de Leidende Geest van alle zielen, die zijn volgelingen voortdurend voert naar het licht.
  3. Er is één heilig boek, het geheime manuscript van de natuur, het enige geschrift dat de lezer kan verlichten.
  4. Er is één religie, het zonder afwijken voortgaan in de juiste richting naar het ideaal, dat de vervulling is van het levensdoel van iedere ziel.
  5. Er is één wet, de wet der wederkerigheid, die kan worden nageleefd door een zelfloos geweten, gepaard aan een ontwaakt rechtvaardigheidsgevoel.
  6. Er is één broederschap, de menselijke broederschap, die de kinderen van de aarde zonder onderscheid verenigt in het vaderschap van God.
  7. Er is één moraal, de liefde, die uit zelfverloochening ontspringt en in weldaden tot bloei komt.
  8. Er is één voorwerp van verering, de schoonheid, die door al haar aspecten heen het hart van haar aanbidders opheft van het geziene tot het ongeziene.
  9. Er is één waarheid, de ware kennis van ons wezen, innerlijk en uiterlijk, die de kern is van alle wijsheid.
  10. Er is één pad, het teniet doen van het onwerkelijke ego in het werkelijke, dat de sterveling opheft tot onsterfelijkheid en waarin alle volmaaktheid gelegen is.